15 apr. 2021, geschatte leestijd 2 minuten
Dat het Europese mededingingsrecht zich richt tot ondernemingen en niet tot rechtspersonen, dat wisten we al. Vaste jurisprudentie is ook dat binnen zo'n onderneming een inbreuk van een dochtermaatschappij onder bepaalde voorwaarden ook kan worden toegerekend aan een moedermaatschappij.
Als het aan advocaat-generaal Pitruzella ligt, is er echter geen enkele logische reden waarom de aansprakelijkheid wel opwaarts, dus van dochter naar moeder, maar niet ook neerwaarts, van moeder naar dochter, zou kunnen worden toegerekend. Dit blijkt uit zijn vandaag verschenen conclusie in de Sumal-zaak.
In die zaak ging het om een schadevergoedingsvordering van een Spaanse partij naar aanleiding van het Trucks-kartel. De eiser had alleen een Spaanse dochter binnen het Daimler-concern gedagvaard, en niet ook de Duitse moeder, terwijl alleen die moeder één van de geadresseerden van de beschikking van de Commissie was. De Spaanse rechter had vervolgens de prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie EU gesteld of dit mogelijk is.
Volgens advocaat-generaal Pitruzella is dat dus het geval. Hij bepleit dat – ook hier – de doctrine van de economische eenheid moet worden toegepast. Noodzakelijk is dus dat moeder en dochter in functionele zin zo'n economische eenheid vormen. Verder moet de activiteit van de dochter volgens hem op bepaalde wijze noodzakelijk zijn om de mededingingsverstorende gedraging te verwezenlijken (bijvoorbeeld omdat de dochter de goederen verkoopt die het voorwerp van de inbreuk zijn, zoals in Trucks). De dochter moet werkzaam zijn in dezelfde sector als die waarin de moeder de mededingingsverstorende gedraging heeft verricht en de dochter moet met haar marktgedrag de effecten van de inbreuk mogelijk hebben gemaakt.
Als aan die voorwaarden is voldaan, is de dochter, hoewel geen geadresseerde van de beschikking van de Commissie, samen met de moeder hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die door de inbreuk is veroorzaakt.
Interessant is dat advocaat-generaal Pitruzella vindt dat de Spaanse rechter met de toewijzing van een schadevergoedingsvordering tegen de dochter geen beslissing neemt die in strijd is met de beschikking van de Commissie, die alleen aan de moeder is geadresseerd. Dat er in die beschikking niet specifiek een inbreuk door de dochter is vastgesteld, betekent ook volgens de Commissie zelf niet dat de dochter dus ook niet voor die inbreuk aansprakelijk kan worden gehouden.
Als het Hof van Justitie EU de conclusie van de advocaat-generaal volgt, betekent dat opnieuw een aanzienlijke verruiming van de mogelijkheden tot private enforcement van het Europese mededingingsrecht, maar dat is precies de bedoeling volgens advocaat-generaal Pitruzella. De Sumal-zaak hield de gemoederen dan ook al lange tijd bezig en het zal niet lang duren voordat de vraag wordt gesteld of er wél een logische reden zou zijn waarom de aansprakelijkheid niet ook bijvoorbeeld zijwaarts, dus van zuster naar zuster, zou kunnen worden toegerekend. Die vraag kwam onlangs al aan de orde in een zaak bij de rechtbank Amsterdam.
To be continued dus.
Heeft u verdere vragen? Neem gerust contact met ons op:
theodoor.verheij@brandeverheij.com
+31 10 499 27 61
+31 6 10 89 90 63